Spelling in groep 2

In groep 2 gaan kleuters verder met de stof die in groep 1 is geleerd. Op de basisschool zijn groep 1 en 2 nauw met elkaar verbonden, maar is er wel degelijk verschil in het gedrag. Zo worden kleuters in groep 2 meer voorbereid op het schoolse leren, dat hun te wachten staat in groep 3. Maar tegelijkertijd mogen kinderen nog even kleuter zijn en volop spelen. Het spelen draagt bij aan het leerproces. Ook wordt er een kort voorschot gegeven op spelling.

Klanken en letters

Om het toekomstige lezen en spellen voor te bereiden, wordt gewerkt aan de algemene taalvaardigheid van kleuters. Hoe goed ze taalvaardigheid pakken kan samenhangen met het gemak waarmee ze later lezen en spellen, blijkt uit onderzoek. Bij kinderen in groep 2 wordt vooral ingezet op het kunnen nazeggen van zinnen en het kunnen vertellen van verhaaltjes.

Later in groep 2 wordt het rijmen van woorden belangrijker. Daar is in groep 1 al een begin mee gemaakt. Ook het kunnen verdelen van woorden in stukjes en letters is een belangrijke stap naar spelling. Later in het jaar wordt een begin gemaakt met de letters, die in groep 3 de basis voor het spellen vormen. Op veel scholen in Nederland staat elke week een letter centraal in groep 2. Bij de overgang naar groep 3 kunnen kinderen hun eigen naam al schrijven. De eerste 15 letters moeten dan al aangeleerd zijn.

Wat leren kleuters nog meer in groep 2?

In groep 2 is het belangrijk dat kleuters (letter)klanken leren herkennen. Zo weten ze hoe letters eruitzien en hoe deze moeten worden uitgesproken. Op die manier kan een kind later in het jaar vloeiend en verstaanbaar vertellen. De eerste geschreven woorden worden ook aangeleerd, vaak via het principe van ‘hakken en plakken’, oftewel: welke lettergrepen horen bij elkaar? En wat staat er als je deze lettergrepen weer samenvoegt?

Er wordt ook een begin gemaakt met het lezen en schrijven. Zo leren kinderen in groep 2 hun eigen naam te schrijven. Ook worden lettergrepen samengevoegd tot een woord, dat al geschreven kan worden. Aan het eind van het jaar kan de kleuter een aantal letters (her)kennen en weet hij of zij welke klank erbij hoort. Ook weten kleuters het eerste en het laatste woord van een zin te benoemen. Aan het eind van het jaar kent de kleuter in groep 2 zo’n 3500 woorden actief, en 7000 woorden passief.

‘Ontkleuteren’

In groep 3 moet de kleuterfase voorbij zijn. Dat betekent dat er in groep 2 werk aan de winkel is om te ‘ontkleuteren’. Een kenmerk van kleuters is dat ze zichzelf als het centrum van de wereld zien. Vragen over bijvoorbeeld spelling of woorden, worden dan meteen gesteld, niet rekening houdend met een ander. Daar komt bij dat fantasie en werkelijkheid constant in elkaar overlopen.

Aan het eind van groep 2 leren kleuters meer concreet denken. Dat heeft ook invloed op hun taalvaardigheid: hoe pak je het schrijven van je eigen naam goed aan? En welke woorden staan er in een zin? Kleuters groeien uit tot schoolkinderen, die in groep 3 een vliegende start maken met de Nederlandse taal. Er komt steeds meer zelfstandigheid bij kijken.