Oefenen met dictee

8.5

Weet jij alle woorden goed te spellen en ken jij alle spellingregels? Met een dictee kom je erachter hoe goed jij al spelt. Er zijn allerlei taalregels waar je rekening mee moet houden. Dictees zijn er in verschillende soorten. Zo is er bijvoorbeeld een instapdictee, maar ook een signaaldictee of een controledictee.

Het dictee op deze pagina

Je kunt het dictee op deze pagina starten door je groep te kiezen. Het dictee is bedoeld voor kinderen van groep 3 tot en met 8. Als je hebt gekozen in welke groep je zit, kun je kiezen wat je wilt oefenen. Ons dictee heeft drie keuzes: het woordpakket, een spellingcategorie of alles door elkaar.

Je kunt met het dictee eigen lijsten oefenen. Van bijna ieder taalboek staan de woordpakketten in het dictee. Je kunt ook kiezen voor een spellingcategorie die je nog moeilijk vindt. Zo kun je bijvoorbeeld oefenen voor alle woorden met een au of een ou.

De soorten dictees

Een instapdictee krijg je aan het begin van het schooljaar. De juf of de meester kan dan zien wat je nog hebt onthouden van het vorige schooljaar. Hier kun je niet mee oefenen, omdat de juf of meester anders niet weet waar je dit jaar nog aandacht aan moet besteden.

Bij een signaaldictee kijkt de juf of de meester welke woorden je al kent. Dat gebeurt altijd in blokken. Het kan zijn dat je deze woordjes meekrijgt naar huis om te oefenen. Met het dictee op deze pagina kun je ook woordjes oefenen.

Aan het eind van een blok is er een controledictee. Zo weet je of je alle woordjes en spellingsregels die je de afgelopen tijd hebt geleerd goed beheerst. Op dit punt moet je de woordjes en regels eigenlijk al kennen. Scoor je niet goed? Dan moet je nog meer oefenen met spelling.