Flitswoorden

Flitswoorden zijn woorden die maar even voorbijkomen en je daarna moet onthouden. De juf of meester stelt zelf de tijd in. Zo kan het zijn dat je woorden maar 2 seconden te zien krijgt, maar de eerste keer mag het misschien nog 5 seconden zijn. Door te oefenen met flitswoorden, onthoud je nieuwe woorden beter. Je weet straks wat de woorden betekenen en hoe je ze spelt.

Met flitswoorden spelen

Flitswoorden kunnen zo werken: je krijgt steeds 3 plaatjes te zien. Eerst krijg je een plaatje te zien dat vraagt om op te letten. Daarna zegt de juf of meester: ‘Let op! Het flitswoord komt!’ De juf of meester verandert dan het beeld. Het flitswoord is een seconde te zien. Daarna is het beeld weer weg. Nu moet je nadenken over wat het flitswoord was. Als je het weet, steek je je vinger op. Je krijgt dan misschien de beurt. Je mag dan zeggen wat het flitswoord was.

Heb je iets genoemd? Dan haalt de juf of meester het plaatje terug. Nu zie je niet alleen het woord, maar ook de betekenis ervan en hoe je het spelt. Het plaatje legt meer uit over het woord. Daardoor begrijp je snel en direct wat het woord betekent en hoe je het spelt.

Waarom flitswoorden gebruiken?

Door flitswoorden te gebruiken leer je snel nieuwe woorden, die je echt onthoudt. Woorden leren is makkelijker met flitswoorden, omdat het korte woordjes zijn, die je iedere keer weer ophaalt uit je geheugen. Je moet ze herinneren.

Onderzoekers hebben eens bestudeerd hoe mensen eigenlijk leren. Wat ze hebben ontdekt, is dat mensen vooral leren door dingen weer uit hun geheugen op te halen en door het te blijven herhalen. Zo blijven nieuwe woorden ook hangen.

Flitsen kun je doen om te oefenen voor de Drie Minuten Toets. Bij deze toets moet je in drie woorden zoveel mogelijk woorden kunnen lezen. Je merkt dat het best wel moeilijk is om woordjes te onthouden of zo snel mogelijk goed te kunnen lezen. Door te oefenen met flitswoorden gaat dit steeds een beetje beter. Het idee is dat je de woorden opslaat in je geheugen en daarna gaat gebruiken. Als je steeds oefent, is de kans groot dat je een keer alle woorden in een keer goed hebt!

Wat voor woorden leer je?

Flitswoorden zijn in groep 4 nog korte woordjes, zoals pan, mak, dook, duin en schuur. Je kunt het spel ‘Flitswoorden’ in alle groepen spelen, van groep 4 tot en met 8. In groep 8 zijn de woorden natuurlijk wel een beetje moeilijker.

In groep 8 leer je bijvoorbeeld woorden waarbij de c klinkt als een s: percentage, felicitatie, procedure, sociaal, cement: dit zijn voorbeelden van woorden waar je mee oefent in groep 8. Het wordt steeds een beetje moeilijker, want op een gegeven moment ga je oefenen met Franse leenwoorden. Dan moet je denken aan woorden als toilet, croissant, slijtage, tour, toupet, souvenir en andere woorden die we in het Nederlands gebruiken, maar eigenlijk uit het Frans komen.