Spellingtest

Hoe goed is jouw Nederlands? Weet jij wat de persoonsvorm is? En weet jij wat er fout gespeld is in een woord of zin? Doe de spellingtest en kom erachter wat je al goed doet en waar je nog wat aandacht aan moet besteden.

Welke zin is goed?
A. De jongen eette een appel.
B. De pannen vatte vlam.
C. De man loopte de straat over.
D. Ik gaf mijn moeder een cadeau.

(D)

Welke zin is goed?
A. Gisteren moest ik de hele dag werken.
B. Het water kooktte al een half uur.
C. Zijn beste vriend is verhuist.
D. De mensen in de rij bij de winkel moestten lang wachten.

(A)

Welke zin is goed?
A. Het miste flink, gisteren.
B. Hij miste zijn vriendinnetje.
C. Ik heb mijn zus gemisd.
D. De mensen in de rij bij de winkel moestten lang wachten.

(B)

Welke zin is goed?
A. Hij heeft een hoog cijfer gehaald.
B. De film in de bioscoop was egt goed.
C. Tim is een vroluke jongen.
D. Het koningkje zat op een kleine troon.

(A)

Welke zin is goed?
A. Hij fluitte een heel oud lied.
B. Hij floot een heel oud lied.
C. Op school leesden zijn de boeken.
D. Hij denkte daar niet zo over.

(B)

6. Welk woord is fout?
A. Akkordeon
B. Accordeon
C. Conclusie
D. Camera

(A)

7. Welk woord is fout?
A. Coördinatie
B. Diktee
C. Canada
D. Effect

(B)

8. Welk woord is fout?
A. Volksgezondheid
B. Zachtheid
C. Pubertijd
D. Universiteit

(C)

9. Welk woord is fout?
A. Charmant
B. Sjiek
C. Chic
D. Chocolade

(B)

10. Welk woord is fout?
A. Journaal
B. Etage
C. Canape
D. Regime

(C)

11. Schrijf voor jezelf op: Wat is er fout in deze zin?
Vroeger hadden we koninginnedag, maar nu we een koning hebben, heet dat niet meer zo.

(Koninginnedag moet met een hoofdletter.)

12. Schrijf voor jezelf op: Wat is er fout in deze zin?
Ik ben op vakantie geweest naar de Pyreneeen.

(De naam Pyreneeën heeft een trema op de laatste e)

13. Schrijf voor jezelf op: Wat is er fout in deze zin?
Zo even dacht ik dat ik mijn telefoon kwijt was.

(Zo-even is een samenstelling met een streepje)

14. Schrijf voor jezelf op: Wat is er fout in deze zin?
In de krantekop stond een grote spelfout.

(Krantekop moet ‘krantenkop’ zijn: tussen-n)

15. Schrijf voor jezelf op: Wat is er fout in deze zin?
De discjockey draait het ene na het andere leuke liedje.

(Discjockey schrijf je niet met een c, maar met een k)

16. Zoek de persoonsvorm in deze zin:
Meneer Drees reist deze week door Noorwegen.
A. Meneer Drees
B. Reist
C. Deze week
D. Noorwegen

(B)

17. Zoek het bijvoeglijk naamwoord in deze zin:
In de winkel zijn allemaal pennen te koop. Ik heb gisteren een rode pen gekocht.
A. Allemaal
B. Gisteren
C. Rode
D. Gekocht

(C)

18. Zoek het onderwerp in deze zin:
Ali houdt zijn spreekbeurt over het ontstaan van de smartphone.
A. Ali
B. zijn spreekbeurt.
C. Het ontstaan
D. De smartphone

(A)

19. Zoek het zelfstandig naamwoord in deze zin
De auto van de buurman is van het merk Opel.
A. De auto van de buurman
B. De buurman
C. Het merk
D. Opel

(A)

20. Noteer alle lidwoorden van deze zin:
De vader van René werkt in het ziekenhuis als de assistent van een cardioloog.

(De, het, een)