Weetwoorden

Voor sommige woorden zijn regels en trucjes. Hoe weet je nu hoe je deze woorden spelt? Dat is een beetje moeilijk: je moet ze uit je hoofd leren. Deze ‘weetwoorden’ lijken vaak ook op elkaar. Zo is ‘eis’ bijvoorbeeld iets anders dan ‘ijs’. En ‘rouw’ betekent iets anders dan ‘rauw’. De verschillen ertussen leer je uit je hoofd, door woordenlijsten te leren.

Wat zijn weetwoorden?

Weetwoorden zijn woorden waar geen regels en trucjes voor bestaan. Je kunt niet naar deze woorden luisteren, en ook geen regels volgen. Je kunt de woorden dus alleen uit het hoofd leren. Dit doe je met een woordenlijst. Vaak krijg je op school een woordenlijst mee naar huis, zodat je ze thuis kunt leren. Je kunt je ouders vragen je te helpen, bijvoorbeeld door te overhoren.

Een keer vroeg een kind eens: “Waarom moeten weetwoorden zo geschreven worden?” Een wijze vrouw, Jeltje van Nieuwenhoven, antwoordde op die vraag: “Vraag me niet waarom, het is gewoon zo.” Ze was toen voorzitter van het Groot Dictee der Nederlandse Taal: dat is een heel groot dictee waaraan veel mensen meedoen. Ze had wel gelijk: voor sommige woorden zijn geen regels. Die moet je gewoon leren.

De soorten weetwoorden

Dit zijn de soort woorden die je meekrijgt op een woordenlijst:

  • Woorden met ei of ij (zoals mei, kei, bijna, blij en dijk);
  • Woorden met au(w) en ou(w) (zoals fout, jou, paus, jouw, trouw, flauw, en klauw)
  • Woorden met f of v (zoals film, helft, hoofd, vraag, vroeg en vaak);
  • Woorden met s of z (zoals zolder, ziek, zon, storm, slim en spin);
  • Woorden met ch of cht (zoals pech, toch, ach, tocht);
  • Woorden met i die als ie klinken (zoals juli, prima en figuur)
  • Woorden met c die als s of k klinken (zoals club, seconde, cirkel en cijfer);
  • Woorden met th (zoals thuis, thema, en theedoek);
  • Woorden met b die klinken als p (zoals club en web);
  • Woorden met x, y, q (zoals taxi, box, baby en quiz);
  • Woorden met ch die klinkt als sj (zoals charmant en chips);
  • Woorden met cc die klinken als s of k (zoals accu, broccoli, succes en accijns);

Een woordenlijst leren

Woordjes onthouden doe je het best door iedere dag een beetje te leren. Herhaal de woordjes iedere dag, tot je ze kunt dromen. Door veel te oefenen sla je de nieuwe woordjes op in je hoofd. Het komt in je geheugen te zitten. Als je het woord vaker gebruikt, moet je deze ook vaker uit je geheugen vissen. Het kan helpen als je ezelsbruggetjes verzint om de woordjes beter te kunnen onthouden.

Heb je moeite met de woordjes? Schrijf ze op een post-it en plak je kamer vol met deze briefjes. Als je het woord vaker ziet, komt het je steeds bekender voor. Op een gegeven moment zitten de woordjes in je hoofd. Je kunt de woordjes dan steeds beter onthouden en jezelf overhoren.

Je kunt woorden leren leuk maken door er een spelletje van te maken. Je kunt bijvoorbeeld een woord leren en er dan later nog een woord aan toevoegen. Online (en op deze website) vind je allerlei leuke spelletjes om het woorden leren leuker te maken.