‘t Kofschip

Weet je niet of een werkwoord op een -d of -t eindigt? Dan kies je mogelijk lukraak één van deze opties uit. In dat geval is de kans aanwezig dat je verkeerd gokt. Om te bepalen op welke letter een werkwoord eindigt, kun je ‘t kofschip gebruiken. Als je dit ezelsbruggetje onder de knie hebt, kun je makkelijk inschatten of een werkwoord op een -d of -t eindigt.

De regels voor het kofschip

‘t Kofschip is een handig hulpmiddel om te bepalen of de vervoeging van een werkwoord op een -d of -t eindigt. Helaas kun je dit ezelsbruggetje niet toepassen op alle werkwoorden. Je kunt ‘t kofschip alleen inzetten als het om de persoonsvorm verleden tijd of het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden gaat. Dit zijn werkwoorden die niet van klank veranderen als je ze in een andere tijd zet, zoals het werkwoord fietsen. De verleden tijd van het werkwoord fietsen is fietsten en het voltooid deelwoord is gefietst. Spreek ze maar eens hardop uit. Je hoort dan dat de klank hetzelfde blijft.

Als je een blik werpt op ‘t kofschip valt het je op dat dit woord zowel uit klinkers als uit medeklinkers bestaat. Het is alleen niet zo dat ze allebei helpen bij het bepalen of een werkwoord op een -d of -t eindigt. Alleen de medeklinkers zijn hier namelijk voor bedoeld. De klinkers zijn gebruikt om een handig ezelsbruggetje te maken, maar je hoeft er niets mee te doen.

Eindletter d of t

Wie ‘t kofschip bestudeert, ziet dat dit ezelsbruggetje de medeklinkers t, k, f, s, ch en p bevat. Eindigt de stam van een werkwoord op één van deze medeklinkers? Dan plak je er een -t achter. Als de persoonsvorm verleden tijd of het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden op een andere medeklinker eindigt, krijgt het werkwoord een -d.

Een andere manier is om de letters hardop uit te spreken. Leg je hand maar eens op je keel en spreek de letters één voor één uit. Doe dit zoals je ze vroeg op school geleerd hebt. De f spreek je dus uit als ‘fffff’ en niet als ‘ef’. De klanken t, k, f, ch en p zijn namelijk ‘stemloze klanken’. Je gebruikt hier je stembanden niet voor. Na zo’n stemloze klank volgt ook een uitgang die begint met een stemloze klank: -t.

Om het ‘t kofschip te begrijpen, lichten we dit ezelsbruggetje toe aan de hand van een voorbeeld. We nemen het werkwoord bakken. Voordat we hiermee aan de slag kunnen, gaan we eerst op zoek naar de stam. In dit geval is dat bak. Doordat de letter ‘k’ in ‘t kofschip zit, kun je dit ezelsbruggetje toepassen op het werkwoord. Je plakt er -te achter, waardoor je uitkomt bij bakte. Dit is juiste vervoeging van dit zwakke werkwoord.

Schema ‘t kofschip

Ondanks dat ‘t kofschip helpt bij werkwoordspelling, kan niet iedereen er even goed mee overweg. Om te voorkomen dat je het ezelsbruggetje verkeerd toepast, kun je ‘t kofschip schema gebruiken. Als je dit schema stap voor stap volgt kom je uiteindelijk bij het juiste antwoord uit. Hieronder hebben we het stappenplan uit ‘t kofschip schema uitgewerkt.

Stappenplan

  1. Zoek uit of het om persoonsvorm verleden tijd of het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord gaat.
  2. Neem de stam (ik-vorm) van het werkwoord waarvan je wilt weten of er een -d of -t achter moet. De stam vind je door -en achter het werkwoord weg te halen. Zo is de stam van het werkwoord kloppen bijvoorbeeld klop. Zoals je ziet verdwijnt er bij dit werkwoord ook een -p.
  3. Kijk of de stam eindigt op een medeklinker uit ‘t kofschip. Als dit het geval is, eindigt het werkwoord op een -t. Eindigt de stam op een medeklinker die geen onderdeel uitmaakt van ‘t kofschip? Dan komt er een -d achter het werkwoord.

‘t Ex-kofschip of ‘t sexy fokschaap

Op de basisschool komt vrijwel ieder kind in aanraking met ‘t kofschip. Toch is dit niet het enige ezelsbruggetje dat gebruikt wordt. Tegenwoordig gebruiken veel scholen het ‘t ex-kofschip of ‘t sexy fokschaap. Het verschil met ‘t kofschip is dat er een ‘x’ aan toe is gevoegd. Dit voor woorden waarvan de stam eindigt op een ‘x’, maar waar je een s klank hoort. Een voorbeeld hiervan is het woord ‘faxen’. De stam van het woord is fax en deze medeklinker zit in ‘t ex-kofschip of ‘t sexy fokschaap. Het wordt dus ‘faxte’ of ‘gefaxt’.

De werking van ‘t ex-kofschip en ‘t sexy fokschaap is hetzelfde als ‘t kofschip. Je gebruikt deze ezelsbruggetjes namelijk ook om te achterhalen of een werkwoord op een -d of -t eindigt. Begin altijd bij de stam (ik-vorm) van het werkwoord. Als deze op één van de medeklinkers uit ‘t ex-kofschip eindigt, krijgt het werkwoord een -t. Eindigt de stam op een letter die niet in ‘t ex-kofschip of ‘t sexy fokschaap zit? Dan plak je er een -d achter. Net als bij ‘t kofschip tellen de klinkers bij ‘t ex-kofschip en ‘t sexy fokschaap ook niet mee.

Andere ezelsbruggetjes

‘t Kofschip, ‘t ex-kofschip en ‘t sexy fokschaap zijn stuk voor stuk ezelsbruggetjes om te bepalen of een zwak werkwoord eindigt op een -d of -t. Toch kun je ook nog een ander ezelsbruggetje gebruiken om te bepalen op welke letter een zwak werkwoord eindigt.

De bromvliegzwaan

Eerder in deze tekst haalden we al aan dat geen van de medeklinkers uit ‘t (ex)-kofschip en ‘t sexy fokschaap trillingen veroorzaakt in de keel. Dit is een belangrijke factor om de uitgang te bepalen. De klanken t,k,f,s,ch en p zijn namelijk ‘stemloze klanken’. Je gebruikt je stembanden er niet voor. Zo’n ‘stemloze klank’ wordt gevolgd door een uitgang die begint met een stemloze klank zoals -t.

Bij het ezelsbruggetje de bromvliegzwaan is dit juist wel het geval. Wanneer je de letters van dit fantasiewoord één voor één uitspreekt terwijl je een hand op je keel legt, voel je constant een trilling. Ook hier geldt weer dat je ze uit moet spreken zoals je op de basisschool geleerd hebt. De m spreek je dus uit als ‘mmm’. De letters uit de bromvliegzwaan noemen we daarom ook wel ‘stemhebbende klanken’. Bij dit soort klanken volgt ook een uitgang die begin met een stemhebbende klank zoals -d.

Doordat er verschillende ezelsbruggetjes zijn, weet je mogelijk niet meer of je een werkwoord een -d of een -t krijgt. Gelukkig is dit betrekkelijk makkelijk te onthouden. Het antwoord staat namelijk al voor de ezelsbruggetjes. ‘t (ex-)kofschip en ‘t sexy fokschaap starten allebei met de t. Aangezien de bromvliegzwaan met een d begint, weet je altijd dat zwakke werkwoorden waarvan de stam eindigt op één van de klinkers uit dit ezelsbruggetje een -d krijgen.

Oefenen met het kofschip

Het kofschip is een handig hulpmiddel als je niet weet of een zwak werkwoord op een -d of -t eindigt. Als je dit ezelsbruggetje wilt gebruiken, moet je alleen wel weten hoe je hem toepast. Loop je tegen problemen aan? Dan is oefenen met het kofschip verstandig. Wij hebben hier een aantal oefeningen op een rijtje gezet, zodat je naar hartenlust kunt oefenen met ‘t kofschip.

Veelgestelde vragen over ‘t Kofschip

Hoe weet ik of een zwak werkwoord op een -d of -t eindigt?
Om te bepalen of een zwak werkwoord op een -d of -t eindigt, gebruik je ‘t kofschip. Dit kan overigens alleen als het om de persoonsvorm verleden tijd of het voltooid deelwoord gaat. Als de stam (ik-vorm) van het werkwoord op een medeklinker uit ‘t kofschip eindigt, plak je er een -t aan vast. Wanneer de stam eindigt op een medeklinker die niet in ‘t kofschip zit, schrijf je een -d.

Hoe gebruik je ‘t kofschip?
Wie ‘t kofschip wil gebruiken, zoekt eerst uit of het om de persoonsvorm verleden tijd of het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord gaat. Als dit het geval is, vervoeg je het werkwoord naar de ik-vorm (stam). Dit doe je door -en – soms in combinatie met een medeklinker – weg te strepen. Als de stam op een medeklinker uit ‘t kofschip eindigt schrijf je een -t, anders een -d.

Wat zijn zwakke werkwoorden?
Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die niet van klank veranderen als je ze in een andere tijd zet. Spelen is een voorbeeld van zo’n werkwoord. In de tegenwoordige tijd is het spelen, in de verleden tijd speelden en het voltooid deelwoord is gespeeld.

Wat is ‘t ex-kofschip?
‘t Ex-kofschip is een ezelsbruggetje waarmee je kunt bepalen of een werkwoord op een -d of een -t eindigt. De werking ervan is vergelijkbaar met die van ‘t kofschip. Dit betekent dat je een -t schrijft als de stam van het werkwoord op een medeklinker eindigt die ook in ‘t kofschip zit. Wanneer dit niet het geval is, schrijf je een -d.

Hoe werkt ‘t sexy fokschaap?
De werking van het het ezelsbruggetje ‘t sexy fokschaap is hetzelfde als die van ‘t (ex-)kofschip. Als de stam op een medeklinker eindigt uit dit ezelsbruggetje, plak je er een -t achter. Je schrijft een -d als de laatste letter van de stam niet in ‘t sexy fokschaap zit.

Wat is de bromvliegzwaan?
Met behulp van het ezelsbruggetje de bromvliegzwaan bepaal je of een zwak werkwoord op een -d of -t eindigt. In tegenstelling tot ‘t (ex-)kofschip en ‘t sexy fokschaap bepaal je met de bromvliegzwaan juist of een werkwoord een -d krijgt. Dit is het geval als de stam van het werkwoord op een medeklinker uit dit ezelsbruggetje eindigt. Het werkwoord krijgt een -t als dit niet het geval is.

Welke ezelsbruggetjes voor werkwoordspelling zijn er?
Er zijn verschillende ezelsbruggetjes voor werkwoordspelling. Vroeger werd ‘t kofschip veel gebruikt, maar tegenwoordig is het vaak ‘t ex-kofschip of ‘t sexy fokschaap. De bromvliegzwaan is een ander ezelsbruggetje dat jou kan helpen bij werkwoordspelling. Met deze ezelsbruggetjes achterhaal je of een zwak werkwoord op een -d of -t eindigt.